Plaatselijke regeling
plaatselijke_regeling_lang.docx | |
File Size: | 26 kb |
File Type: | docx |
Beleidsplan diaconie
beleidsplan_diaconie_2019-_2024.doc | |
File Size: | 38 kb |
File Type: | doc |
Wat je aandacht geeft, groeit
Jos Douma,
Nederlandse gereformeerd predikant
Plantagekerk Zwolle, 2 maart 2014
Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.
(Filippenzen 4: 8, 9)
Deze preek heeft een thema meegekregen, dat een beetje een algemeen geldende wet is: ‘wat je aandacht geeft groeit’. Ik heb het zelf opgepikt uit de managementliteratuur. Want als je met een organisatie bezig bent is het altijd goed om te kijken naar wat aandacht je geeft. Als ik bijvoorbeeld aandacht geef aan problemen, dan gaan die problemen groeien. En als je aandacht geeft aan wat goed gaat, dan gaat wat goed is groeien.
Dat geldt ook een beetje in de wereld van de natuur. Als je planten aandacht geeft, dan gaan ze groeien. Je geeft ze aandacht door water te geven en te zorgen dat er voldoende licht bij komt. Sommige mensen praten ook tegen planten. Het schijnt zelfs wetenschappelijk bewezen te zijn dat dat helpt. Dat heeft misschien iets te maken met de adem dat uit je mond naar die plant toe komt. Maar je kunt praten tegen planten, aandacht geven zodat ze gaan groeien.
Een probleem gaat dus ook groeien als je er aandacht aan besteed. Positiviteit gaat ook groeien als je er aandacht aan geeft. Alles wat je aandacht geeft gaat groeien. En we nemen dat vanmorgen even als een gezamenlijk uitgangspunt voor gemeenteopbouw. De preken gaan deze maand over gemeenteopbouw en geestelijk leiding geven. Dan is het belangrijk: wat doe je dan precies? En dan is het heel voor de hand liggend en ook wel iets wat je heel snel en automatische doet: kijken naar waar de problemen liggen. Waar gaat het fout? Ga je daar aandacht aan besteden, dan groeit dat. Daarom is het zo mooi om vanuit de gedachte ‘alles wat je aandacht geeft groeit’ aandacht te besteden aan dingen die mooi gaan in de gemeente. Dingen waarvan je zegt dat gaat goed, dat is mooi, daar is de Heilige Geest in aan het werk!
Ik heb er een boek over gelezen de afgelopen weken. Dat boek heet: ‘Goede wijn. Waarderende gemeenteopbouw’. Dat is een benadering die zegt: als je bezig gaat met het opbouwen van de gemeente, kijk dan niet naar wat er fout gaat maar ga kijken naar wat er goed gaat en waardeer dat. Zeg bij heel veel dingen die in de gemeente gebeuren maar even hardop: halleluja, hier is de Heer aan het werk! Ik geloof dat het belangrijk is als wij als gemeente naar de gemeente kijken – en daar zijn we allemaal op onze tijd mee bezig – om dan altijd allereerst te kijken naar wat de Heilige Geest in de gemeente aan het doen is en om dat aandacht te geven.
*
We ontvangen met name in de brief aan de Filippenzen daar mooi onderwijs over. Als we deze brief beginnen te lezen dan valt het op hoe positief Paulus is. Nou wordt de Filippenzenbrief ook wel de vriendelijkste brief van Paulus genoemd. Het valt op hoe positief getoonzet hij schrijft. ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde.’ (Filippenzen 1: 3 en 4) Dus als Paulus naar de gemeente kijkt, dan gaat hij zo kijken dat hij vol vreugde wordt. Hij geeft aandacht aan wat er positief is in de gemeente. Je zou kunnen zeggen dat die brief aan de Filippenzen een soort manifest voor gemeenteopbouw is. Deze brief helpt heel erg om de positieve toonzetting te vinden van waaruit we naar de gemeente mogen kijken. Steeds vinden we in deze brief de vreugde terug. Als je de brief helemaal doorleest dan valt telkens op hoe vaak er over vreugde gesproken wordt.
Je zult zien dat die vreugde ook steeds verbonden is aan Jezus Christus. Want wat ook opvalt, is dat hij zo vaak over Jezus Christus spreekt. Paulus is zo enthousiast over Jezus Christus! Hij zegt bijvoorbeeld in Filippenzen 1:21: ‘Voor mij is leven Christus…’. En wij zeggen wel eens: voor mij is leven dat ik maar gezond ben; of voor mij is leven dat het goed gaat met mijn gezin; of voor mij is leven dat het goed gaat op mijn werk. Paulus zegt voor mij is leven Christus. Daarin vindt hij vreugde.
We lazen ook een stukje uit Filippenzen 2: ‘Nu u door Christus zozeer bemoedigt wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n verbondenheid met de Geest is…’ De brief spreekt niet zo vaak over de Geest, twee keer maar, maar hier op een heel cruciaal moment wordt de Geest ter sprake gebracht. De Geest is aan het werk in de gemeente, er is verbondenheid met de Heilige Geest, er is verbondenheid door de Heilige Geest. Daar moeten wij – zegt Paulus – onze aandacht op richten. Het is de Geest die levend maakt, het is de Geest die mensen in beweging zet, het is de Geest die ons altijd weer rondom Jezus Christus bij elkaar brengt.
Als je de hele brief doorleest, zul je op een enkele plaats toch ook even een kritische noot horen, maar het wordt nooit verzelfstandigd. Bijvoorbeeld hier pal na: ‘…maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn…’. Blijkbaar was die eensgezindheid er niet. Dat zegt Paulus zo niet, hij zegt niet: ‘Jullie Filippenzen, er is geen eensgezindheid bij jullie.’ Nee, hij zegt: jullie zijn al zo bemoedigd en al zo getroost en er is zoveel verbondenheid met de Geest, laat er ook nog groei zijn als het gaat om eensgezindheid! Maar niet het gebrek aan eensgezindheid krijgt alle aandacht, maar de verbondenheid met de Geest krijgt alle aandacht, en Jezus Christus krijgt alle aandacht.
Moet je ook maar eens luisteren wat Paulus in Filippenzen 3 zegt, daar is hij heel persoonlijk. Daar zegt hij in Filippenzen 3:8: ‘Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen.’ En het zou natuurlijk geweldig mooi zijn als dat niet alleen uitspraak van Paulus was. Het zou zo mooi zijn als het een uitspraak van onszelf was: ‘Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen.’ Dat is ook gemeenteopbouw: ik wilde Christus winnen. Dat je daar persoonlijk mee bezig bent, dat je daar samen mee bezig bent. Ik wilde Christus winnen. En waar je dat ziet gebeuren, dat mensen dat zeggen, daar kun je er zeker van zijn dat de Heilige Geest aan het werk is. Want dat is het diepe verlangen van de Heilige Geest, dat mensen zeggen: Ik wil Christus winnen, ik wil met Christus leven, ik wil met Christus verbonden zijn, ik wil dat Christus in mij leeft!
*
Zo nemen we elkaar mee door die Filippenzenbrief heen – en nogmaals ik hoop dat u het leest – en dan komen we aan bij hoofdstuk 4, bijna aan het einde van de brief. En daar zegt Paulus opeens wat hij eigenlijk de hele brief zelf al aan het doen is: ‘Tenslotte broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat …’ – en dan volgen er positieve bewoordingen – dus schenk aandacht aan alles wat positief is. Dat heeft Paulus dus net ook gedaan, dus hij komt niet opeens met iets heel nieuws. De goede verstaander die snapt: dat is wat Paulus net de hele tijd heeft gedaan en nu maakt hij het even expliciet en zegt hij het ook expliciet tegen de Filippenzen. Wat ik nu gedaan heb, moeten jullie ook doen. Kijk naar het positieve: ‘…schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is…’.
Zes woorden zijn, dat zes positieve woorden, en dan vat Paulus het samen in twee woorden: ‘…kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient.’ Alles waarvan je zegt: dat deugt; alles waarvan je gaat roepen: Halleluja – dáár moet je aandacht aangeven, want wat je aandacht geeft groeit! En we voelen natuurlijk ook wel aan dat er op de achtergrond – maar het wordt niet geëxpliciteerd hier, dus ik wil er ook nu niet te veel aandacht aanbesteden want dan groeit dat – . we voelen aan dat er op de achtergrond zes andere woorden klinken, waar je ook aandacht aan kunt geven. Schenk aandacht aan alles wat leugenachtig is, aan wat minderwaardig is, aan wat onrechtvaardig is, aan wat onzuiver is, aan wat afschuwelijk is, aan wat onaantrekkelijk is. Dat bestaat natuurlijk dat je daar aandacht aan geeft. Daar waarschuwt Paulus in de andere brieven ook voor. Dat groeit dan.
En daarom moeten we ook beseffen met elkaar: het kwaad en de duisternis hebben hun eigen aantrekkelijkheid. Dat herken je misschien in je eigen leven wel. Het is soms makkelijker aan negatieve dingen, lelijke dingen aandacht te geven dan aan positieve dingen. Soms kun je gefascineerd raken door het kwaad, dat is een mogelijkheid. Dat is niet de weg die de Bijbel wijst. Wij mogen gefascineerd zijn door het goede, door het mooie, door het lieflijke, door wat rechtvaardig is, door wat eervol is. Dus het is ook belangrijk dat je daar heel bewust een keuze voor maakt in je hart. Want nogmaals: het kwaad heeft ook een eigen aantrekkelijkheid. Dus kies altijd welbewust in de kracht van de Geest voor het goede en voor het licht dat er schijnt, schenk daar aandacht aan!
Paulus gebruikt hier een woord dat letterlijk betekent: denken, bedenken. Dus je moet er met je gedachten aandacht aangeven. Je moet je gedachten ermee laten vullen. Je gedachten er steeds weer over laten gaan. Je moet je denken ermee vullen. En we herkennen het allemaal: we laten ons denken zo snel vullen door negatieve dingen. Ook wel als het om de gemeente gaat. Het is ook goed dat we onszelf die vraag stellen als je praat over gemeente zijn en over de kerk: waar praat je dan altijd over? Wijs je dan altijd aan wat er fout gaat? Zeg je: dat deugt niet en dat klopt niet, en dat is lelijk en dat is me niet naar de zin?
*
Bedénk, richt je gedachten op wat eervol is en wat lieflijk is. En als je niets kunt vinden dan moet je eerst maar eens gaan bidden. En dan ga je maar eens de Filippenzenbrief doorlezen om je te laten helpen. ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk.’ Natuurlijk was er in die gemeente van Filippi ook wel wat mis… ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens als ik voor u allen bid, dat doe ik vol vreugde.’ Dat is de houding waarmee wij mogen kijken naar de gemeente. Zoek naar het positieve. En als je bij jezelf opmerkt: ik praat eigenlijk altijd maar over negatieve dingen in de gemeente – stop daar dan mee want dat groeit dan. Dat kan alleen maar groeien, want wat je aandacht geeft groeit. Keer je blik daar van af en ga kijken naar wat de Heilige Geest aan het doen is en hoe hij je vol vreugde wil maken. Want dat is wat de heilige Geest wil doen in je leven. Schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is en alles wat eervol is.
Dat heeft Paulus dus ook gedaan, dus we kunnen ons oefenen door terug te lezen in die Filippenzenbrief en dan zien we dat hij aandacht geeft aan vreugde, hij geeft aandacht aan Jezus Christus, hij geeft aandacht aan de verbondenheid met de Heilige Geest, hij geeft aandacht aan de vruchten van de gerechtigheid, hij geeft aandacht aan het lijden voor Christus, dat je mag lijden voor Christus. Hij schenkt aandacht aan de redding, hij schenkt aandacht aan het woord dat leven brengt, hij schenkt aandacht aan de hemelse prijs.
Lees zo die Filippenzenbrief en ontdek alles waar Paulus allemaal aandacht schenkt en volg hem daarin na. Want dat zegt Paulus er wel meteen bij, in vers 9: ‘Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.’ We zijn nu opgeroepen om te dénken. Schenk aandacht aan, bedenk, laat je gedachten erover gaan. Maar Paulus zegt er meteen achteraan: niet alleen denken, ook dóen. Breng het in toepassing, staat er in de vertaling van 1951. Dus ook niet na de preek alleen maar denken van nou ga ik positief dénken, maar ga het ook dóen, in die zin dat je ook daar positief over praat, dat je bewust op zoek gaat naar wat is er mooi in het gemeente zijn.
*
Paulus neemt zichzelf als voorbeeld: ‘…doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het…’. Nog een keer: doe het. En daar is dan een belofte aan verbonden zegt Paulus. ‘Doe het, en de God van de vrede zal met je zijn.’ Want je merkt het wel: als je altijd maar negatief bent, dan is er ook geen vrede in je hart, dat gaat samen op. Maar als je de positieve benadering kiest, als je zegt: ik geef aandacht aan wat God aan het doen is, dan zul je ervaren dat de vrede van God in je gaat leven. En je zou in de stijl van de Filippenzenbrief, waar heel vaak over vreugde wordt gesproken, ook kunnen zeggen: doe het, en de God van de vreúgde zal met je zijn.
Het gaat over vrede en over vreugde en als Bijbellezer denk je dan al snel aan de vrucht van de Geest. Vorige week zondagmiddag ging het hier over de kerk en over de gaven van de Geest. Toen zei iemand na de dienst tegen mij van, ik zou het mooi vinden als je ook iets over de vrucht van de Geest had gezegd. Nou dat doe ik dan nu, dat wil ik ook heel graag doen, want de vrucht van de Geest is ook prachtig. Die kunnen ook niet zonder elkaar. De gaven van de Geest en de vrucht van de Geest. De Filippenzenbrief zet ons op het spoor van die vrucht van de Geest: ‘Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing’ (Galaten 5:22,23). Dat zijn de woorden die mogen rondzingen in de gemeente waar de Geest aan het werk is. En ik hoop van harte dat u daar allemaal uw eigen bijdrage aan wil geven.
*
Daarom wil ik tenslotte eindigen met drie handreikingen. In alle eenvoud: denk niet negatief maar positief, wees over niets bezorgd en bid dagelijks om de vrucht van de Geest.
1. Denk niet negatief maar positief
Toen ik deze preek aan het voorbereiden was moest ik denken aan iets wat iemand eens tegen mij zei, jaren geleden. Iemand zei eens tegen mij – we hadden het over kerk zijn – en hij zei tegen mij: ‘je móet kritisch zijn!’ Je moet kritisch zijn… Dat kwam van heel diep binnenuit, en kwam bij mij ook erg diep binnen. Want opeens verwoordde iemand wat ik soms voelde in de gemeente: je móet kritisch zijn… Dat is een leugen, dat komt rechtstreeks uit het rijk van de duisternis: je móet kritisch zijn. Je moet vréugdevol zijn zegt de bijbel, verheug je, vind vreugde in Christus. Dus denk niet negatief maar denk positief. (Daarmee zeg ik niet dat je nooit opbouwende kritiek mag geven, maar wel dat kritisch zijn nooit de fundamentele grondtoon mag zijn.)
2. Wees over niets bezorgd
Soms lijkt het er in de kerk wel eens op dat bezorgd zijn het kenmerk is van het ware geloof! Maar dat is niet zo. ‘Wees niet bezorgd’, zegt Paulus. Wees over niets bezorgd. En ik snap wel dat dat best moeilijk is. Want ik maak me ook wel eens zorgen over dingen of over ontwikkelingen in de kerk. Dan denk je: waar gaat het heen? Maar dan is de kerk ook de plek waar we elkaar voorhouden dat Paulus tegen ons zegt – en hij is daarin een ware navolger van Jezus – wees niet bezorgd! Onze bezorgdheid is niet maar per definitie oké, want de Bijbel roept ons op: ‘Wees niet bezorgd’. Onze bezorgdheid kan ook een uiting ervan zijn dat wij denken dat wij het allemaal in de hand moeten houden. Wees niet bezorgd, laat de Heer, Heer zijn, en probeer het niet zelf te doen. En als je bezorgd bent – en nogmaals dat herken ik bij mijzelf ook wel – breng het bij de Heer. Zeg het eerst tegen God: Heer, hier ben ik bezorgd over en u zegt tegen mij wees niet bezorgd en daar wil ik me in oefenen. Ik wil mij er in oefenen, u zegt dat tegen mij, wees niet bezorgd, en ik ben zo bezorgd de hele tijd. Heer, wilt U dat veranderen. Leer mij om in het voetspoor van Paulus en in het voetspoor van Jezus te zeggen: ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde.’ Wees over niets bezorgd…
3. Bid dagelijks om de vrucht van de Heilige Geest.
En de derde handreiking is in wezen ook een hele eenvoudige:, bid dagelijks om de vrucht van de Heilige Geest. Wat je aandacht geeft groeit. Hoe meer je contact maakt met die vrucht van de Geest, hoe meer dat in jou zal doordringen. Hoe meer wij als gemeente aandacht geven aan die prachtige dingen die horen bij de vrucht van de Geest, hoe meer dat in de gemeente zal rond waaien. Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing…
Nederlandse gereformeerd predikant
Plantagekerk Zwolle, 2 maart 2014
Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.
(Filippenzen 4: 8, 9)
Deze preek heeft een thema meegekregen, dat een beetje een algemeen geldende wet is: ‘wat je aandacht geeft groeit’. Ik heb het zelf opgepikt uit de managementliteratuur. Want als je met een organisatie bezig bent is het altijd goed om te kijken naar wat aandacht je geeft. Als ik bijvoorbeeld aandacht geef aan problemen, dan gaan die problemen groeien. En als je aandacht geeft aan wat goed gaat, dan gaat wat goed is groeien.
Dat geldt ook een beetje in de wereld van de natuur. Als je planten aandacht geeft, dan gaan ze groeien. Je geeft ze aandacht door water te geven en te zorgen dat er voldoende licht bij komt. Sommige mensen praten ook tegen planten. Het schijnt zelfs wetenschappelijk bewezen te zijn dat dat helpt. Dat heeft misschien iets te maken met de adem dat uit je mond naar die plant toe komt. Maar je kunt praten tegen planten, aandacht geven zodat ze gaan groeien.
Een probleem gaat dus ook groeien als je er aandacht aan besteed. Positiviteit gaat ook groeien als je er aandacht aan geeft. Alles wat je aandacht geeft gaat groeien. En we nemen dat vanmorgen even als een gezamenlijk uitgangspunt voor gemeenteopbouw. De preken gaan deze maand over gemeenteopbouw en geestelijk leiding geven. Dan is het belangrijk: wat doe je dan precies? En dan is het heel voor de hand liggend en ook wel iets wat je heel snel en automatische doet: kijken naar waar de problemen liggen. Waar gaat het fout? Ga je daar aandacht aan besteden, dan groeit dat. Daarom is het zo mooi om vanuit de gedachte ‘alles wat je aandacht geeft groeit’ aandacht te besteden aan dingen die mooi gaan in de gemeente. Dingen waarvan je zegt dat gaat goed, dat is mooi, daar is de Heilige Geest in aan het werk!
Ik heb er een boek over gelezen de afgelopen weken. Dat boek heet: ‘Goede wijn. Waarderende gemeenteopbouw’. Dat is een benadering die zegt: als je bezig gaat met het opbouwen van de gemeente, kijk dan niet naar wat er fout gaat maar ga kijken naar wat er goed gaat en waardeer dat. Zeg bij heel veel dingen die in de gemeente gebeuren maar even hardop: halleluja, hier is de Heer aan het werk! Ik geloof dat het belangrijk is als wij als gemeente naar de gemeente kijken – en daar zijn we allemaal op onze tijd mee bezig – om dan altijd allereerst te kijken naar wat de Heilige Geest in de gemeente aan het doen is en om dat aandacht te geven.
*
We ontvangen met name in de brief aan de Filippenzen daar mooi onderwijs over. Als we deze brief beginnen te lezen dan valt het op hoe positief Paulus is. Nou wordt de Filippenzenbrief ook wel de vriendelijkste brief van Paulus genoemd. Het valt op hoe positief getoonzet hij schrijft. ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde.’ (Filippenzen 1: 3 en 4) Dus als Paulus naar de gemeente kijkt, dan gaat hij zo kijken dat hij vol vreugde wordt. Hij geeft aandacht aan wat er positief is in de gemeente. Je zou kunnen zeggen dat die brief aan de Filippenzen een soort manifest voor gemeenteopbouw is. Deze brief helpt heel erg om de positieve toonzetting te vinden van waaruit we naar de gemeente mogen kijken. Steeds vinden we in deze brief de vreugde terug. Als je de brief helemaal doorleest dan valt telkens op hoe vaak er over vreugde gesproken wordt.
Je zult zien dat die vreugde ook steeds verbonden is aan Jezus Christus. Want wat ook opvalt, is dat hij zo vaak over Jezus Christus spreekt. Paulus is zo enthousiast over Jezus Christus! Hij zegt bijvoorbeeld in Filippenzen 1:21: ‘Voor mij is leven Christus…’. En wij zeggen wel eens: voor mij is leven dat ik maar gezond ben; of voor mij is leven dat het goed gaat met mijn gezin; of voor mij is leven dat het goed gaat op mijn werk. Paulus zegt voor mij is leven Christus. Daarin vindt hij vreugde.
We lazen ook een stukje uit Filippenzen 2: ‘Nu u door Christus zozeer bemoedigt wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n verbondenheid met de Geest is…’ De brief spreekt niet zo vaak over de Geest, twee keer maar, maar hier op een heel cruciaal moment wordt de Geest ter sprake gebracht. De Geest is aan het werk in de gemeente, er is verbondenheid met de Heilige Geest, er is verbondenheid door de Heilige Geest. Daar moeten wij – zegt Paulus – onze aandacht op richten. Het is de Geest die levend maakt, het is de Geest die mensen in beweging zet, het is de Geest die ons altijd weer rondom Jezus Christus bij elkaar brengt.
Als je de hele brief doorleest, zul je op een enkele plaats toch ook even een kritische noot horen, maar het wordt nooit verzelfstandigd. Bijvoorbeeld hier pal na: ‘…maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn…’. Blijkbaar was die eensgezindheid er niet. Dat zegt Paulus zo niet, hij zegt niet: ‘Jullie Filippenzen, er is geen eensgezindheid bij jullie.’ Nee, hij zegt: jullie zijn al zo bemoedigd en al zo getroost en er is zoveel verbondenheid met de Geest, laat er ook nog groei zijn als het gaat om eensgezindheid! Maar niet het gebrek aan eensgezindheid krijgt alle aandacht, maar de verbondenheid met de Geest krijgt alle aandacht, en Jezus Christus krijgt alle aandacht.
Moet je ook maar eens luisteren wat Paulus in Filippenzen 3 zegt, daar is hij heel persoonlijk. Daar zegt hij in Filippenzen 3:8: ‘Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen.’ En het zou natuurlijk geweldig mooi zijn als dat niet alleen uitspraak van Paulus was. Het zou zo mooi zijn als het een uitspraak van onszelf was: ‘Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen.’ Dat is ook gemeenteopbouw: ik wilde Christus winnen. Dat je daar persoonlijk mee bezig bent, dat je daar samen mee bezig bent. Ik wilde Christus winnen. En waar je dat ziet gebeuren, dat mensen dat zeggen, daar kun je er zeker van zijn dat de Heilige Geest aan het werk is. Want dat is het diepe verlangen van de Heilige Geest, dat mensen zeggen: Ik wil Christus winnen, ik wil met Christus leven, ik wil met Christus verbonden zijn, ik wil dat Christus in mij leeft!
*
Zo nemen we elkaar mee door die Filippenzenbrief heen – en nogmaals ik hoop dat u het leest – en dan komen we aan bij hoofdstuk 4, bijna aan het einde van de brief. En daar zegt Paulus opeens wat hij eigenlijk de hele brief zelf al aan het doen is: ‘Tenslotte broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat …’ – en dan volgen er positieve bewoordingen – dus schenk aandacht aan alles wat positief is. Dat heeft Paulus dus net ook gedaan, dus hij komt niet opeens met iets heel nieuws. De goede verstaander die snapt: dat is wat Paulus net de hele tijd heeft gedaan en nu maakt hij het even expliciet en zegt hij het ook expliciet tegen de Filippenzen. Wat ik nu gedaan heb, moeten jullie ook doen. Kijk naar het positieve: ‘…schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is…’.
Zes woorden zijn, dat zes positieve woorden, en dan vat Paulus het samen in twee woorden: ‘…kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient.’ Alles waarvan je zegt: dat deugt; alles waarvan je gaat roepen: Halleluja – dáár moet je aandacht aangeven, want wat je aandacht geeft groeit! En we voelen natuurlijk ook wel aan dat er op de achtergrond – maar het wordt niet geëxpliciteerd hier, dus ik wil er ook nu niet te veel aandacht aanbesteden want dan groeit dat – . we voelen aan dat er op de achtergrond zes andere woorden klinken, waar je ook aandacht aan kunt geven. Schenk aandacht aan alles wat leugenachtig is, aan wat minderwaardig is, aan wat onrechtvaardig is, aan wat onzuiver is, aan wat afschuwelijk is, aan wat onaantrekkelijk is. Dat bestaat natuurlijk dat je daar aandacht aan geeft. Daar waarschuwt Paulus in de andere brieven ook voor. Dat groeit dan.
En daarom moeten we ook beseffen met elkaar: het kwaad en de duisternis hebben hun eigen aantrekkelijkheid. Dat herken je misschien in je eigen leven wel. Het is soms makkelijker aan negatieve dingen, lelijke dingen aandacht te geven dan aan positieve dingen. Soms kun je gefascineerd raken door het kwaad, dat is een mogelijkheid. Dat is niet de weg die de Bijbel wijst. Wij mogen gefascineerd zijn door het goede, door het mooie, door het lieflijke, door wat rechtvaardig is, door wat eervol is. Dus het is ook belangrijk dat je daar heel bewust een keuze voor maakt in je hart. Want nogmaals: het kwaad heeft ook een eigen aantrekkelijkheid. Dus kies altijd welbewust in de kracht van de Geest voor het goede en voor het licht dat er schijnt, schenk daar aandacht aan!
Paulus gebruikt hier een woord dat letterlijk betekent: denken, bedenken. Dus je moet er met je gedachten aandacht aangeven. Je moet je gedachten ermee laten vullen. Je gedachten er steeds weer over laten gaan. Je moet je denken ermee vullen. En we herkennen het allemaal: we laten ons denken zo snel vullen door negatieve dingen. Ook wel als het om de gemeente gaat. Het is ook goed dat we onszelf die vraag stellen als je praat over gemeente zijn en over de kerk: waar praat je dan altijd over? Wijs je dan altijd aan wat er fout gaat? Zeg je: dat deugt niet en dat klopt niet, en dat is lelijk en dat is me niet naar de zin?
*
Bedénk, richt je gedachten op wat eervol is en wat lieflijk is. En als je niets kunt vinden dan moet je eerst maar eens gaan bidden. En dan ga je maar eens de Filippenzenbrief doorlezen om je te laten helpen. ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk.’ Natuurlijk was er in die gemeente van Filippi ook wel wat mis… ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens als ik voor u allen bid, dat doe ik vol vreugde.’ Dat is de houding waarmee wij mogen kijken naar de gemeente. Zoek naar het positieve. En als je bij jezelf opmerkt: ik praat eigenlijk altijd maar over negatieve dingen in de gemeente – stop daar dan mee want dat groeit dan. Dat kan alleen maar groeien, want wat je aandacht geeft groeit. Keer je blik daar van af en ga kijken naar wat de Heilige Geest aan het doen is en hoe hij je vol vreugde wil maken. Want dat is wat de heilige Geest wil doen in je leven. Schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is en alles wat eervol is.
Dat heeft Paulus dus ook gedaan, dus we kunnen ons oefenen door terug te lezen in die Filippenzenbrief en dan zien we dat hij aandacht geeft aan vreugde, hij geeft aandacht aan Jezus Christus, hij geeft aandacht aan de verbondenheid met de Heilige Geest, hij geeft aandacht aan de vruchten van de gerechtigheid, hij geeft aandacht aan het lijden voor Christus, dat je mag lijden voor Christus. Hij schenkt aandacht aan de redding, hij schenkt aandacht aan het woord dat leven brengt, hij schenkt aandacht aan de hemelse prijs.
Lees zo die Filippenzenbrief en ontdek alles waar Paulus allemaal aandacht schenkt en volg hem daarin na. Want dat zegt Paulus er wel meteen bij, in vers 9: ‘Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.’ We zijn nu opgeroepen om te dénken. Schenk aandacht aan, bedenk, laat je gedachten erover gaan. Maar Paulus zegt er meteen achteraan: niet alleen denken, ook dóen. Breng het in toepassing, staat er in de vertaling van 1951. Dus ook niet na de preek alleen maar denken van nou ga ik positief dénken, maar ga het ook dóen, in die zin dat je ook daar positief over praat, dat je bewust op zoek gaat naar wat is er mooi in het gemeente zijn.
*
Paulus neemt zichzelf als voorbeeld: ‘…doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het…’. Nog een keer: doe het. En daar is dan een belofte aan verbonden zegt Paulus. ‘Doe het, en de God van de vrede zal met je zijn.’ Want je merkt het wel: als je altijd maar negatief bent, dan is er ook geen vrede in je hart, dat gaat samen op. Maar als je de positieve benadering kiest, als je zegt: ik geef aandacht aan wat God aan het doen is, dan zul je ervaren dat de vrede van God in je gaat leven. En je zou in de stijl van de Filippenzenbrief, waar heel vaak over vreugde wordt gesproken, ook kunnen zeggen: doe het, en de God van de vreúgde zal met je zijn.
Het gaat over vrede en over vreugde en als Bijbellezer denk je dan al snel aan de vrucht van de Geest. Vorige week zondagmiddag ging het hier over de kerk en over de gaven van de Geest. Toen zei iemand na de dienst tegen mij van, ik zou het mooi vinden als je ook iets over de vrucht van de Geest had gezegd. Nou dat doe ik dan nu, dat wil ik ook heel graag doen, want de vrucht van de Geest is ook prachtig. Die kunnen ook niet zonder elkaar. De gaven van de Geest en de vrucht van de Geest. De Filippenzenbrief zet ons op het spoor van die vrucht van de Geest: ‘Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing’ (Galaten 5:22,23). Dat zijn de woorden die mogen rondzingen in de gemeente waar de Geest aan het werk is. En ik hoop van harte dat u daar allemaal uw eigen bijdrage aan wil geven.
*
Daarom wil ik tenslotte eindigen met drie handreikingen. In alle eenvoud: denk niet negatief maar positief, wees over niets bezorgd en bid dagelijks om de vrucht van de Geest.
1. Denk niet negatief maar positief
Toen ik deze preek aan het voorbereiden was moest ik denken aan iets wat iemand eens tegen mij zei, jaren geleden. Iemand zei eens tegen mij – we hadden het over kerk zijn – en hij zei tegen mij: ‘je móet kritisch zijn!’ Je moet kritisch zijn… Dat kwam van heel diep binnenuit, en kwam bij mij ook erg diep binnen. Want opeens verwoordde iemand wat ik soms voelde in de gemeente: je móet kritisch zijn… Dat is een leugen, dat komt rechtstreeks uit het rijk van de duisternis: je móet kritisch zijn. Je moet vréugdevol zijn zegt de bijbel, verheug je, vind vreugde in Christus. Dus denk niet negatief maar denk positief. (Daarmee zeg ik niet dat je nooit opbouwende kritiek mag geven, maar wel dat kritisch zijn nooit de fundamentele grondtoon mag zijn.)
2. Wees over niets bezorgd
Soms lijkt het er in de kerk wel eens op dat bezorgd zijn het kenmerk is van het ware geloof! Maar dat is niet zo. ‘Wees niet bezorgd’, zegt Paulus. Wees over niets bezorgd. En ik snap wel dat dat best moeilijk is. Want ik maak me ook wel eens zorgen over dingen of over ontwikkelingen in de kerk. Dan denk je: waar gaat het heen? Maar dan is de kerk ook de plek waar we elkaar voorhouden dat Paulus tegen ons zegt – en hij is daarin een ware navolger van Jezus – wees niet bezorgd! Onze bezorgdheid is niet maar per definitie oké, want de Bijbel roept ons op: ‘Wees niet bezorgd’. Onze bezorgdheid kan ook een uiting ervan zijn dat wij denken dat wij het allemaal in de hand moeten houden. Wees niet bezorgd, laat de Heer, Heer zijn, en probeer het niet zelf te doen. En als je bezorgd bent – en nogmaals dat herken ik bij mijzelf ook wel – breng het bij de Heer. Zeg het eerst tegen God: Heer, hier ben ik bezorgd over en u zegt tegen mij wees niet bezorgd en daar wil ik me in oefenen. Ik wil mij er in oefenen, u zegt dat tegen mij, wees niet bezorgd, en ik ben zo bezorgd de hele tijd. Heer, wilt U dat veranderen. Leer mij om in het voetspoor van Paulus en in het voetspoor van Jezus te zeggen: ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde.’ Wees over niets bezorgd…
3. Bid dagelijks om de vrucht van de Heilige Geest.
En de derde handreiking is in wezen ook een hele eenvoudige:, bid dagelijks om de vrucht van de Heilige Geest. Wat je aandacht geeft groeit. Hoe meer je contact maakt met die vrucht van de Geest, hoe meer dat in jou zal doordringen. Hoe meer wij als gemeente aandacht geven aan die prachtige dingen die horen bij de vrucht van de Geest, hoe meer dat in de gemeente zal rond waaien. Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing…